En weer terug naar Canada

25 september 2018 - Waterton Park, Canada

Vandaag gaan we weer terug naar Canada, recht door Glacier NP en Waterton Lakes NP. Rob hoopt maar dat de Logan Pass open is en niet al te veel wolken en mist daarboven, op ongeveer 2.000 meter hoogte, is. 


Laten we de dag eens rustig beginnen met op ons gemak opstaan en ontbijten in het hotel. Dat is toch wel eens lekker als we ons daar niet mee bezig hoeven te houden “waar gaan we ontbijten vandaag?”. Uiteraard is het een simpel, want “included” ontbijt, dus niks geen eieren en bacon en pancakes, maar toast met jam of pindakaas, cornflakes of zelfgebakken wafels in zo’n gek “do it yourself” bakapparaat. Dat zouden we nou eens thuis moeten hebben! In 2,5 minuut lekkere wafels ‘s morgens.
Rond 08:30 vertrekken we, eerst effe tanken in de USA voor $3,09 per gallon. Een gallon is 3,79 liter. Dus per liter is dat $0,815, dat is tegen de koers van vandaag €0,75. Dat is voor al die reizen die wij hier al gemaakt hebben duur! Dat hebben we al veel goedkoper meegemaakt. In Canada hebben we in British Columbia €0,98 per liter betaald. 


Annyway, op pad richting Glacier NP. Via de West Entrance rijden we het park binnen en we vallen meteen van de ene “oooooohhhh” in de volgende “aaaaahhhhh”. Het weerbericht laat ons niet in de steek, het is stralend blauwe lucht en de temperatuur is nu nog een graadje of 5, maar dat maakt niet uit. Het is droog en zonnig! De uitzichten hier zijn echt fantastisch! De Indian Summer kleuren overdonderen ons aan alle kanten, zo mooi hebben we ze deze reis nog niet gezien. Bij vrijwel elke beschikbare pullout of viewpoint stoppen we om te genieten van het landschap en de fantastische natuur hier en Rob maakt doorlopend foto’s, want vanuit elke hoek is het licht en daarmee de kleuren anders en nog mooier. Bij het uitzichtpunt voor Heaven’s Peak lopen me de tranen over de wangen. Wat een ontzettend gaaf en intens gelukkig gevoel om hier te mogen staan en dit te mogen zien, beleven en voelen. Zong Lou Reed niet ooit “it’s just a perfect day”. Strik erom en nooit meer vergeten. En het is nog niet eens lunchtijd!


Want eerst heeft manlief bedacht dat we de Hidden Lake Trail bij Logan Pass gaan lopen. De pas is open, ja waarom niet, geen vlokje sneeuw of dichte mist, en het is hartstikke droog. Damn, dit pad loopt alleen maar omhoog. Logan Pass ligt op ongeveer 2000 meter en blijkbaar vinden mijn longen dat al een uitdaging, ik hijg al als een zeehond na een paar honderd meter en heb dikke slijm in mijn keel en ook nog een verstopte neus, dus ademhalen gaat alleen via mijn mond. De klim naar Hidden Lake is 2 kilometer, maar dat haal ik niet. Halverwege moet ik afhaken en Rob alleen verder naar boven laten gaan. Het is hier druk genoeg dat je nooit alleen bent, dus ik laat hem met een gerust hart verder lopen. Ik wacht bij een groep rotsen waar ik even kan zitten en waar doorlopend mensen ook even gaan zitten. Rob loopt verder met voor en achter hem genoeg mensen. Dat komt wel goed. Ik moet echt even een paar minuten rustig blijven zitten om mijn ademhaling weer op normaal ritme te krijgen en de pijn uit de luchtwegen “weg” te ademen. Nondeju, ik vind dit niet leuk. Maar eenmaal op adem gekomen, kijk ik eens rustig om me heen en zie welk magistraal uitzicht ik hier heb. Absoluut een kadootje. Die rots onder mijn billen is niet bepaald warm, dus ik sta maar op en loop wat rond turen of ik geen marmotten of andere bergbeesten (geiten of schapen of zo) zie, maar niks, alleen maar gras, struiken, stenen en het houten wandelpad. Ja, dat doen ze goed in Canada: altijd netjes onderhouden houten wandelpaden met bordjes ernaast “verboden naast het pad te lopen”. Als ik eens naar het pad hogerop kijk, zie ik een bekende tred, manlief is alweer op de weg terug. Grappig hoe ik zo’n klein stipje een kilometer verder herken aan zijn manier van lopen. 


Het is al lunchtijd als we terug bij de auto zijn, op Logan Pass is geen eetgelegenheid. De plattegrond van het park geeft aan bij viewpoint Rising Sun, over ongeveer 15 km, of in het dorpje St Mary over ongeveer 30 kilometer. Rising Sun blijkt al “closed for the season”, dus het wordt St Mary. 


Bij een mooie houten lodge hebben ze een restaurant en die hebben heerlijke broodjes en een groot glas homemade icetea. En ze hebben ook nog een toffe souvenirwinkel, want ik ben nog niet klaar! Mijn traditie van de boodschappenbriefjes zal ook dit jaar in ere gehouden worden. In heel veel NP’s hebben we “magnetic notepads” gekocht, een stapel langwerpige post-its met een magneet aan de achterkant en een mooi plaatje van het park op de briefjes. Deze notepads gebruik ik al jaren als wekelijks boodschappenbriefje en bij elk bezoek aan USA of Canada koop ik weer ergens zo’n pakje. Ik was al teleurgesteld dat ik ze niet in Jasper NP of Banff vond. Maar hier hebben ze ze en ik koop er nog een pen met plaatje van het park bij ook! Manman, wat ben ik toch een stoere souvenirkoper! Niks geen native art, houten beelden of andere kunst, maar een stapel papier, een pen en een kerstbal. 


Na het verlaten van het Glacier NP rijden we via Babb richting USA - Canada grens, de vriendelijke mevrouw stelt wat vragen, kijkt onze paspoorten na en doorrijden maar. Kijk, USA, zo kan het ook! Na de douane rijden we via de Chief Mountain International Highway (want door USA en Canada) met continue blik aan de linkerkant op Chief Mountain. Een beetje vergelijkbaar met Mont Ventoux, er om heen prachtig heuvelachtig landschap en dan opeens zo’n rotsberg. Hij ligt er prachtig bij in de herfstzon, tussen de herfstkleuren, de ster van de show vandaag. We rijden nog door een stukje Blood Indian Reserve en zien daar een golden eagle op de termiek van de lucht zweven. Wat een machtige vogel om te zien vliegen. 


Maar aan alle natuurpret komt een eind, we rijden Waterton Lakes NP binnen, langs Lower Waterton Lake en Middle Waterton Lake met het beroemde Prince of Whales hotel op het heuveltje. Dit hotel met het meer ernaast is waarschijnlijk wel het bekendste plaatje van dit gebied. Het is rustig in het dorp, verschillende wegen naar meertjes en andere natuurplekken zijn al “closed for the season” tot verdriet van Rob. Eerst eens inchecken in het hotel en daarna verkennen we het dorp. Onze eerste indruk is dat het levendiger is dan vorige keer dat we hier waren, 2002, toen was het hier echt uitgestorven in deze zelfde periode. 


Voor avondeten permiteren we ons een “chiquer” restaurant. We hebben tot nu toe prima, doch vrij goedkoop gegeten, nog geen enkele keer een toetje genomen, dus vandaag pakken we uit (op onze manier) bij Lakeside Chophouse. We nemen hetzelfde gerecht: kabeljauw gemarineerd in miso met tauge, sperziebonen en lekkere gebakken aardappelen in de schil. En we delen een toetje: vanilleijs met aardbeien en een soort van caramel-chocolade reep met crunchystukjes erin. Schandalig lekker!


Morgen een vrij rustige dag hier in Waterton en omgeving. Sommige wegen en plekken  blijken niet “closed for season” te zijn, maar “closed due to forest fire” in 2017. We gaan morgenochtend maar eens bij het Visitor Centre informeren. 

Foto’s