Op een andere planeet

18 september 2017 - Allemont, Frankrijk


Rob wil deze week een serieuze poging wagen de Alpe d'Huez op te fietsen. Dan lijkt het mij verstandig al eens met de auto een verkenning te doen. Na het ontbijt pakken we ons boeltje, stappen in de auto en rijden richting de Alpe. Het is fris maar zonnig, wat ook voorspeld was. De Alpe d'Huez telt 21 bochten, onderaan beginnend met bocht nr 21. Ik houd in de gaten bij welke bochten ik met de auto kan stoppen om Rob aan te moedigen of iets extra te drinken of te eten te geven. Rob prent al rijdend de bochten in zijn hoofd om te bepalen waar goede "uitrustmomenten" zijn, waar je even je adem kan herpakken. Het is hartstikke druk op de weg, veel groot vrachtverkeer met tientallen fietsers ertussen. Het is soms een wonder dat er geen ongelukken gebeuren. 

Bocht 7 is de bekende Nederlandse bocht, bij het kerkje en kerhof. Het verhaal is dat in de jaren zeventig het kerkje werd geleid door een Nederlandse pastoor en het perscentrum van de touretappe vanuit dat kerkje werd gerund. Ook wist de pastoor veel Nederlandse supporters naar die bocht te trekken. Sindsdien is bocht 7 bij ieder bezoek door de Tour volgepakt met oranje uitgedoste enthousiaste supporters. De Nederlandse renners zeggen dat ze het wel leuk vinden om er langs te moeten fietsen en sommigen stoppen ook wel eens als ze bekenden zien staan.  Zittend op de bijrijdersstoel vraag ik me stilletjes af waarom een mens dit vrijwillig wil doen?! Het lijkt me echt loodzwaar, de weg gaat alleen maar omhoog, de bochten zijn dan nog redelijk plat zodat je daar even op adem kan komen, maar vanaf bocht 21 naar bocht 0 (de etappe finish) is het net 11 kilometer, dus qua afstand valt het nog mee, de Galibier is veel langer. Naast me hoor ik mijn chauffeur zachtjes mompelen "het wordt een zware tocht". 

De finish van de "enthousiaste amateur" beklimmers ligt niet op de Tour finish, maar een bocht eerder, voor het tunneltje. Er staat een podium met een groot geel bord "I did it". Als Rob het haalt, zet ik hem met fiets en al erop voor de overwinningsfoto. Eigenlijk is het dorp Huez net als veel andere dorpen nu in de regio: uitgestorven, veel winkels en horeca zijn dicht, de vele fietsers zijn blijkbaar geen betrouwbare bron van inkomsten. We besluiten weer af te dalen en beneden ergens koffie te drinken. Tot onze verbazing komen we tijdens de afdaling de Nederlandse groep van gisteravond één voor één tegen. De een kijkt heel moeilijk, de ander alsof hij naar de bakker fietst, maar ze gaan allemaal langzaam maar gestaag naar boven. En dat na al die wijn gisteravond! Stilletjes geef ik ze allemaal een duimpje omhoog. Respect voor de prestatie. 

We zijn rond lunchtijd in Bourg d'Oisans, ook weer een ingeslapen bergdorp, wel een bekend dorp van de vele Tour passages. We eten in een cafe-restaurant en besluiten daarna richting Galibier te rijden. Daarvoor moeten we eerst de Col de Lautaret over, dát vind ik al een verschrikking en dan komt de Galibier nog. In het dal was het al fris, hier is het gewoon koud, ongeveer 5 graden, met zomerkleren aan. De klim naar de top van de Galibier lijkt echt eindeloos! De klim op Alpe d'Huez passeer je huizen en 2 dorpjes en de klim is niet echt heel lang, maar hier! Er is helemaal niks! Wat struikjes en voor de rest dor gras, rotsen, voor mijn gevoel het grote niks! Rond de top voelt het echt surrealistisch, alsof we op een andere planeet zijn. Op de top stappen we even uit de auto om rond te kijken en te genieten van deze rare wereld. Er zitten 2 Duitse fietsers uit te rusten, die zijn ook net gearriveerd, een van beide op een mountainbike! Ik vraag of zij deze klim moeilijker of gemakkelijker vinden dan Alpe d'Huez, want die hebben ze ook al gedaan. Zij vinden Alpe d'Huez moeilijker, omdat die stijler is. Ik ben eigenlijk verbaasd, want mij lijkt deze Galibier beklimming vooral mentaal zwaar, omdat het zo lang door niks-land gaat, maar dat schijnt niks uit te maken.

We dalen de Galibier via de andere kant door nog meer niks-land af en passeren vanzelf Col du Télégraphe. De vele slingerweg en slecht wegdek gaan ten koste van de rust van mijn maag en darmen. Ik voel me behoorlijk misselijk en heb op een gegeven moment even geen oog meer voor de fantastische omgeving waar we door rijden. Via de Col du Mollard (Pierre Roland won in 2012 de etappe met de passage van deze col) rijden we de Col de la Croix de Fer vanaf de andere kant dan gisteren op. Voor al onze ontberingen vandaag krijgen we nog een stukje wildlife: een bergmarmot springt voor de auto de weg over en rent snel door het gras naar zijn hol. We konden hem (of haar) goed zien, was een flink exemplaar. En verder slingerslingerslinger via slecht wegdek, gruwels. Na 5 uur slingerwegen en fantastische uitzichten komen we enigszins geradbraakt weer bij ons appartement aan. We zijn op een andere planeet geweest, vol verlaten spookdorpen die in een ander seizoen vast heel levendig en gezellig zijn, een planeet waar bijna niks groeit, een planeet waar allemaal gekke mensen op smalle fietsen met nog smallere bandjes bergen opfietsen, een planeet met waanzinnige vergezichten. We stonden in landschappen die we normaal in de maand juli van TV vreten tijdens de uitzendingen van de Tour de France. Kotsmisselijk of niet, het was een fantastische dag. Ter vergoeding van de wagenziekte mag ik twee afleveringen Heel Holland Bakt kijken. 

Foto’s